selected item
Zestig jaar raffinaderij Rotterdam: ‘Mouwen opstropen en ertegenaan’
Wat zijn voor jullie de hoogtepunten uit zestig jaar raffinaderij en waarom?
Erik van Beek: ‘Het belangrijkste is het Flexicoker Project medio jaren tachtig van de vorige eeuw, waarbij in feite de allergrootste private investering ooit in Nederland is gedaan. De raffinaderij heeft toen een jaar stilgelegen en is volledig veranderd. Veel mensen hier praten dan ook over ‘voor’ of ‘na’ de Flexicoker.’
Nel van Rij-Hemmerlé: ‘Ik was betrokken bij het Flexicoker Project als assistent van de Project Executive. Ik was net in dienst en we werkten in een volledig internationale setting, iets wat ik totaal niet gewend was. Er stond veel op het spel. En er werd veel gevraagd. Er werden lange dagen gemaakt met een enorme team spirit.’
Erik: ‘Een andere belangrijke mijlpaal was de recente investering van 1 miljard euro in een geavanceerde hydrocracker. Die heeft ons klaargemaakt voor de komende dertig tot veertig jaar. De fabriek is door deze investering enorm veranderd; we maken hier niet langer alleen brandstof en chemische bouwstenen, maar ook basisoliën, de grondstof voor smeermiddelen. En we hebben het relatieve energieverbruik van de raffinaderij verlaagd met 5%. Daarmee zijn we één van de meest energie-efficiënte raffinaderijen ter wereld.’
Wat maakt de raffinaderij uniek?
Erik: ‘Twee dingen. Aan de ene kant het staal en de configuratie, hoe de fabriek is geïntegreerd met chemieproductie. De raffinaderij heeft een unieke ligging, daar maken we volledig gebruik van. Logistiek gezien hebben we het heel goed voor elkaar en dat is voor een groot deel uiteraard te danken aan de Rotterdamse haven. We hebben een complex dat allerlei verschillende soorten producten van olie kan maken: brandstof en smeerolie, maar ook chemieproducten die we elke dag gebruiken. Het is een configuratie waar menig concurrent jaloers op is, opgezet voor succes, ook op de lange termijn.
Aan de andere kant hebben we de Rotterdamse mentaliteit. Onze mensen hebben dat ‘niet lullen maar poetsen’-gevoel, mouwen opstropen en ertegenaan. Door de jaren heen hebben we behoorlijke uitdagingen gehad, dan zijn de Rotterdammers op hun best. Dan gaan de handen uit de mouwen en lossen we het op.’
Nel: ‘Er is binnen het bedrijf een grote verbondenheid onder de collega’s. Als er iets met iemand is, dan leeft men mee, iedereen is geïnteresseerd, zowel in slechte als goede omstandigheden. Om een voorbeeld te geven; op dit moment hebben we een collega die ernstig ziek is. Voor zijn verjaardag is voor hem een video gemaakt met meer dan honderd collega’s die hem geluk wensen.’
Wat heeft de raffinaderij in die zestig jaar betekend voor Rotterdam en omgeving?
Erik: ‘We hebben al vanaf de bouw in 1960 een enorme economische invloed op de omgeving, zowel direct als indirect. Van de medewerkers tot de contractors, tot de bakker op de hoek; in en rondom de raffinaderij bevindt zich een enorm ecosystem. Vele duizenden bedrijfjes en ondernemingen doen al decennia lang goede zaken met ons hier en sommige zijn met ons meegegroeid. Ieder jaar geven wij ruim 1,2 miljard euro aan goederen en diensten uit in Nederland, een flink deel daarvan hier in Rotterdam-Rijnmond. Daarnaast vinden we het belangrijk om een goede buur en betrouwbare partner te zijn voor de omliggende gemeenten en de overheid.’
Nel: ‘Esso heeft in de directe omgeving voor werkgelegenheid gezorgd. Toen ik hier net werkte waren er wijken in Spijkenisse-Noord waar voornamelijk Esso-medewerkers woonden. Inmiddels is dit natuurlijk veranderd. Als bedrijf zijn we onderdeel van de gemeenschap door het sponsoren van festivals, sportevenementen en steunen van scholen. Een mooi voorbeeld is onze recente brandstofdonatie aan het Rode Kruis en de voedselbanken in deze regio en daarbuiten in het kader van de Coronabestrijding.’
Wat betreft duurzaamheid: hoe duurzaam is de raffinaderij?
Erik: ‘We hebben grote stappen gemaakt door de jaren heen en onze emissies steeds verder naar beneden gebracht. We zijn bezig met allerlei stappen om de effecten van onze activiteiten op het milieu te verlagen. Zo min mogelijk energie gebruiken, door innovatie, integratie en gebruikmaken van de nieuwste technologieën, daarin zijn we heel succesvol. Daarnaast hebben we actieve partnerschappen met onder meer het Havenbedrijf Rotterdam in het project Porthos, waarbij we CO2 uit de fabrieken willen gaan afvangen en veilig opslaan. En we werken aan een baanbrekend pilotproject om CO2 af te vangen en om daarmee waterstof en elektriciteit te produceren. Met dit soort projecten geven wij praktische invulling aan de klimaatambities van de Nederlandse overheid.’
Als het om de raffinaderij gaat, waar ben je dan het meest trots op?
Nel: ‘Ik vind ExxonMobil een heel goede werkgever. Ik ga met veel plezier naar mijn werk. Mijn collega’s hebben respect voor elkaar, er heerst een positieve sfeer. Als er iets is, bijvoorbeeld als het even niet goed gaat met het bedrijf, dan wordt er niet gezeurd. We weten met zijn allen dat we er tegenaan moeten en dat gebeurt dan ook. We kunnen goed omgaan met tegenslag.’
Erik: ‘De recente COVID19-uitbraak is daar een mooi voorbeeld van. Als raffinaderij- en chemiecomplex behoren we tot de vitale processen in de samenleving. Er zijn brandstoffen nodig en grondstoffen voor ontsmettingsmiddelen, mondkapjes en handschoenen. We moeten dus gewoon doorwerken en ervoor zorgen dat wij en onze contractors gezond blijven. Hoe kunnen we dit doen op een goede manier? Onze medewerkers zijn mensen die op zoek gaan naar mogelijkheden. Dan kun je alleen maar met plezier kijken naar hoe de creativiteit zich ontwikkelt en hoe iedereen naar oplossingen zoekt. Vanaf het begin van de crisis kon onze productie dan ook veilig blijven draaien.’
Op naar de volgende zestig jaar! Hoe kijk je daar tegenaan? Wat zijn je verwachtingen voor de toekomst?
Erik: ‘Sinds ons bestaan hebben we laten zien dat we in staat zijn om mee te groeien met de behoefte van de samenleving. En de samenleving, die zal veranderen, die zal duurzamer worden. Wij als ExxonMobil groeien mee. De behoefte aan energie, ondanks alle energiebezuinigingen en alternatieve vormen, blijft toenemen. Als samenleving zullen we de producten die wij hier maken nodig blijven hebben. Want van een groot deel van de producten die we dagelijks gebruiken, komen de grondstoffen uit de raffinaderij en chemiefabriek in Rotterdam. Het is zeker onze ambitie om onze vooraanstaande positie in Europa te behouden – zowel qua winstgevendheid als wat betreft energie-efficiency. Wij zijn onderdeel van een wereldwijd bedrijf dat miljarden investeert in technologieontwikkeling. Met de recente investering in de hydrocracker hebben wij aangetoond dat onze Rotterdamse fabrieken als eerste nieuwe, geavanceerde technologie kunnen toepassen. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet de laatste keer zal zijn. ’