ExxonMobil Chemical: petrochemie sinds 1886
De geschiedenis van die activiteit gaat ver terug. Eigenlijk is de petrochemie bijna net zo oud als de olie-industrie. Al in 1886 ontdekte de eerste gespecialiseerde chemicus die in dienst was van Standard Oil, de onderzoeker Herman Frasch, een methode om zwavel uit kerosine (lampolie) te verwijderen. De eerste commerciële toepassing van een petrochemisch product dateert uit 1920. In dat jaar kwam isopropyl alcohol op de markt, een product dat in cosmetica wordt verwerkt.
Een andere uitvinding van ExxonMobil is butylrubber (1930). Tegenwoordig is ExxonMobil de belangrijkste producent van butyl, dat met name in binnenbanden wordt toegepast omdat het zo goed lucht tegenhoudt.
Grootschalig
Voor de start van de grootschalige (petro)chemische industrie die we nu kennen, moeten we terug naar de jaren zestig. In die periode begon het plastic zijn onstuitbare opmars. De ene na de andere kunststoffenfabriek verrees. Verschillende petrochemische fabriekscomplexen van ExxonMobil Chemical in de Benelux zijn toen gebouwd, zoals de Aromatenfabriek naast de Esso-raffinaderij in Rotterdam-Botlek (1965) en de productie-eenheden voor fluids (onder meer oplosmiddelen) op de Esso-raffinaderij in Antwerpen.
Geen wereld zonder kunststof
Uiteindelijk hebben de vele producten van de chemische industrie onze leefomgeving ingrijpend veranderd. Waarschijnlijk kunnen de meesten van ons zich niet eens een wereld zonder plastic voorstellen. In een periode van minder dan vijftig jaar maakte een lange reeks van gebruikvoorwerpen van hout, metaal en steen plaats voor plastic vervangers. In steeds meer machines, gebouwen en vervoermiddelen zijn kunstof onderdelen verwerkt. En het onderzoek gaat verder: nóg meer en nóg betere plastics komen op de markt. ExxonMobil speelt in die ontwikkeling net als in de eerste jaren van de petrochemie een vooraanstaande rol.